Mijn twee zoontjes zijn gek op alle sporten. Maar dan ook echt op alle sporten. Het ene moment willen ze op voetbal, het volgende op wielrennen en de dag daarna op judo. Ik vind het prima, als ze maar lekker in beweging zijn. De nieuwste hobby van de jongens is karate. Ze kwamen erop via een neef die zelf aan taekwondo doet. Ze gingen een ochtendje meekijken en ze waren al gauw helemaal verkocht. Dus nu gaan ze op karate. Het nadeel van al die sporten is wel dat je er kleding voor nodig hebt. Karatepakken, taekwondo pakken, het moet allemaal aangeschaft worden en dat kost toch ook het nodige. Gelukkig kon ik in eerste instantie wat pakken karatepakken lenen van vriendjes die ook alweer waren overgestapt op een andere hobby, dus dat was mooi. Maar al snel bleek dat karate geen bevlieging was. Sterker nog, mijn beide kinderen bleken er een groot talent voor te hebben. Tja, toen moest ik natuurlijk wel overstag.
Karatepakken: koop gelijk goede
Als eerste een goed advies: koop gelijk de goede pakken. Ze zijn er in allerlei prijsklassen en het hoeft echt niet duur te zijn, maar het moet natuurlijk wel goed voor de kinderen zijn. Je hebt karatepakken namelijk ook in diverse stoffen. Ik ging zelf voor katoen omdat dat tijdens het sporten in mijn beleving gewoon het lekkerste zit. Dat vonden mijn zoontjes trouwens ook. Maar je kunt ze ook in andere stoffen krijgen. Verder moeten karatepakken gewoon stevig zijn. Er wordt veel aan getrokken en als het scheurt kun je weer opnieuw beginnen. Dus ik ging gelijk voor de pakken van betere kwaliteit om dat soort ongelukken te voorkomen. Mijn zoontjes waren dolblij met hun eigen pakken. Nu voelde ze zich echt een vechtsporter en ze waren apetrots.
Van pakken naar zelfvertrouwen
Het karate deed hen sowieso erg goed. Ik moet eerlijk zeggen dat ik geen groot fan ben van vechtsporten, maar het deed wonderen voor het zelfvertrouwen van mijn kinderen. In hun houding zag je dat helemaal terug. Ze liepen fierder en trotser. Niet alleen op de karatevloer met hun karatepakken aan, maar ook op school en op het speelveld. In de klas durfden ze zich meer te laten horen en ze vonden het ook niet meer zo erg als ze een fout maakten. Bang om af te gaan waren ze niet meer zo. Dus ik ben blij dat ik in deze sport hen geïnvesteerd. Het doet hen goed!